2. Fysieke leefomgeving
Omschrijving
Dit programma omvat de beleidsontwikkeling, inrichting en ontwerp, beheer, onderhoud en exploitatie van onze openbare ruimte, zoals verkeer, milieu, groen, duurzaamheid en afval.
Wat willen we (hoofddoelstelling)?
Een schone, hele, veilige en toekomstbestendige functionele leefomgeving, waar het prettig wonen en leven is.
Ontwikkelingen
Onderhoud Wegen
In het 1e kwartaal 2025 laten we het nieuwe IBOR-Plan vaststellen door de raad. In dit plan worden de nieuwe kwaliteitsafspraken aangaande de infrastructuur vastgesteld. Uitgangspunt is nog steeds kwaliteit "Basis". Wel anticiperen we waar mogelijk op de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van hergebruik, energiereductie en bevordering van de biodiversiteit. Voor het klein onderhoud van wegen is in de exploitatie geld beschikbaar. Voor het periodiek groot onderhoud is een voorziening beschikbaar waarin jaarlijks een bedrag wordt gestort. Voor rehabilitaties worden steeds extra middelen in de begroting als investeringen opgenomen.
Duurzaamheid
In 2025 zetten we de volgende stappen in de ontwikkeling van duurzaamheid.
Warmtetransitie
De raad stelt eind 2024 het geactualiseerde warmteplan 2024-2026 vast. Daarin staan ambities voor duurzaam verwarmen zonder aardgas. In 2025 start stap-voor-stap de uitvoering van dit plan. In 2025 start ook het maken van het warmteprogramma. Dit is een verplicht programma binnen de omgevingswet. De raad moet dit warmteprogramma vóór 31 december 2026 vaststellen. De eigenschappen en voorwaarden voor dit programma zijn bijna allemaal bekend. Het (concept) warmteplan 2024-2026 voldoet daar al grotendeels aan. Dit betekent dat we dit warmteplan blijven monitoren en waar nodig bijstellen.
Opwekken van duurzame energie
We halen het gestelde doel voor zonnevelden uit de Regionale Energiestrategie 1.0 (RES) met de lopende projecten. Zon op dak is ook volop in ontwikkeling. Ook dit RES-doel lijkt voor 2030 haalbaar. Echter netcongestie kan zorgen voor vertraging.
In 2025 start de evaluatie van de beleidskaders zon- en windbeleid op basis van een startnotitie.
Klimaatadaptatie
Wateroverlast, hitte en droogte leveren op gebiedsniveau steeds vaker schade op. Voor de toekomst vraagt dit om een doorkijk voor de langere termijn. Er is een intensievere regionale samenwerking nodig om maatregelen uit te voeren. De middelen daarvoor zijn voor de komende jaren bij de kadernota 2025 beschikbaar gesteld. Deze zetten we in voor de volgende projecten:
- Kennisspoor aanpak funderingsschade;
- Concretiseren landelijke maatlat klimaatadaptief bouwen;
- Het ontwikkelen van een regionale aanpak voor een vitaal Rivierenland en een weerbaar buitengebied.
Circulaire economie
Voor circulaire economie gaan we door met de uitvoering van dit beleidsplan. We kijken in regionaal verband of we samen een project kunnen oppakken.